HOP geeft antwoord op al jouw vragen

HOP is een afspraak uit de cao horeca 2024, die werkgevers en werknemers samen hebben gemaakt om de sector sterker en toekomstbestendiger te maken. Voor iedereen die in de sector werkt.

Alle werknemers en werkgevers in de horeca dragen hier collectief aan bij. Het geld wordt geïnvesteerd in de toekomst van de horecasector. Denk hierbij aan:

• Verbeteren van werkomstandigheden.
• Campagnes voor het promoten van de branche.
• Scholing en ontwikkeling van horecamedewerkers en ondernemers.
• Innovatieve projecten die bijdragen aan een sterke en toekomstbestendige sector.

Bij een premieplichtig loon van € 3.000 per maand, € 200 overwerk en een auto van de zaak € 250 bedraagt de maandelijkse HOP-premie voor de werknemer € 3,20 per maand en voor de werkgever € 3,21 per maand.

Een uitwerking van dit rekenvoorbeeld tref je aan onder Premieplichtig loon definitie bij ‘Veelgestelde vragen’ over de HOP premie op de pagina: Premie op de website van HOP.

Je nettoloon wordt beïnvloed door belastingen en premies, zoals die van HOP. De exacte gevolgen voor jouw nettoloon hangen af van je persoonlijke situatie. Een rekenvoorbeeld maakt het beter inzichtelijk.

Stel je verdient €2.750 bruto per maand en je valt in een gemiddeld belastingtarief van 37,07%. De inhouding van €2,75 premie op je brutoloon betekent in dat geval een verlaging van je nettoloon met ongeveer €1,73 per maand.

In dit voorbeeld gaat je nettoloon ongeveer €1,73 per maand omlaag door de HOP-premie.

Tot het premieplichtig loon HOP behoort het loon uit kolom 8 van de loonstaat (loon SV), het verhaal van de premie op de werknemer is hierbij negatief loon in geld en dat maakt onderdeel uit van kolom 3[1] van de loonstaat.

In geval van uitkeringen op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) wegens zwangerschap, bevalling, adoptie, pleegzorg, aanvullend geboorteverlof en betaald ouderschapsverlof wordt dwingend geadviseerd om de betaling via de werkgever, dus als werkgeversbetaling, uit te betalen aan de werknemer.

Het loon dat meer heeft bedragen dan het voor het betreffende jaar geldende maximum premieloon als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, blijft buiten aanmerking voor de toepassing van deze regeling.

Niet tot het premieplichtig loon behoren:

• uitkeringen en verstrekkingen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Werkloosheidswet en hierop door de werkgever verstrekte aanvullingen;
• het genot van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto;
• het loon dat betrekking heeft op de periode vanaf de eerste dag van de maand waarin de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt; en
• postuum loon dat nog op naam van de overleden werknemer wordt uitbetaald.

 Rekenvoorbeeld

Premiepercentage werknemer 0,1%

 De premiebereking werknemersdeel is als volgt: 

3200/100,1% = 3.196,80320; 3.196,80320 -/- 3.200 = -/- 3,19 (afgerond)

De afdracht wordt als volgt bepaald:

(3200/100.1% = 3.196,80320) * 0,2% = 6,39361 afgerond 6,39

 De premieberekening werkgeversdeel is als volgt:

6,39 -/- 3,19 (werknemersdeel) = 3,20

Samenvattend:

Totale afdracht = 6,39

Werkgeversdeel = 3,20

Werknemersdeel = 3,19

Afrondingen vinden plaats in het voordeel van de werknemer. Het overige komt voor rekening van de werkgever.

[1] Eerst wordt de premie HOP berekend over kolom 8, daarna de pensioenpremie

• BBL-leerlingen zijn werknemers, daarvoor moet wel premie worden afgedragen.
• BOL-leerlingen en stagiaires zijn geen werknemers, daarvoor hoeft geen premie te worden afgedragen.

Nee, medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt vallen niet onder de premieafdracht voor HOP.