HOP geeft antwoord op al jouw vragen

HOP is een afspraak uit de cao horeca 2024, die werkgevers en werknemers samen hebben gemaakt om de sector sterker en toekomstbestendiger te maken. Voor iedereen die in de sector werkt.

Alle werknemers en werkgevers in de horeca dragen hier collectief aan bij. Het geld wordt geïnvesteerd in de toekomst van de horecasector. Denk hierbij aan:

• Verbeteren van werkomstandigheden.
• Campagnes voor het promoten van de branche.
• Scholing en ontwikkeling van horecamedewerkers en ondernemers.
• Innovatieve projecten die bijdragen aan een sterke en toekomstbestendige sector.

Bij een salaris van € 3.000 per maand is de maandelijkse HOP-premie voor de werknemer € 2,99 per maand en voor de werkgever € 3,00 per maand.

Zie ook de uitgebreide toelichting en rekenvoorbeelden van het premieplichtig loon. 

Je nettoloon wordt beïnvloed door belastingen en premies, zoals die van HOP. De exacte gevolgen voor jouw nettoloon hangen af van je persoonlijke situatie. Een rekenvoorbeeld maakt het beter inzichtelijk.

Stel je verdient €3.000 bruto per maand en je valt in een gemiddeld belastingtarief van 37,07%. De inhouding van €2,99 premie op je brutoloon betekent in dat geval een verlaging van je nettoloon met ongeveer €1,88 per maand.

In dit voorbeeld gaat je nettoloon ongeveer €1,88 per maand omlaag door de HOP-premie.

Wil je precies weten hoe het zit, bekijk dan de uitgebreide toelichting en rekenvoorbeelden van het premieplichtig loon.

Tot het premieplichtig loon HOP behoort het loon uit kolom 8 van de loonstaat (loon SV), het verhaal van de premie op de werknemer is hierbij negatief loon in geld en dat maakt onderdeel uit van kolom 3 (eerst wordt de premie HOP berekend over kolom 8, daarna de pensioenpremie van de loonstaat). Hieronder wordt het verduidelijkt aan de hand van drie rekenvoorbeelden. 

In geval van uitkeringen op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) wegens zwangerschap, bevalling, adoptie, pleegzorg, aanvullend geboorteverlof en betaald ouderschapsverlof wordt dwingend geadviseerd om de betaling via de werkgever, dus als werkgeversbetaling, uit te betalen aan de werknemer.

Het loon dat meer heeft bedragen dan het voor het betreffende jaar geldende maximum premieloon als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, blijft buiten aanmerking voor de toepassing van deze regeling.

Niet tot het premieplichtig loon behoren:

• uitkeringen en verstrekkingen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Werkloosheidswet en hierop door de werkgever verstrekte aanvullingen;
• het genot van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto;
• het loon dat betrekking heeft op de periode vanaf de eerste dag van de maand waarin de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt; en
• postuum loon dat nog op naam van de overleden werknemer wordt uitbetaald.

Rekenvoorbeeld loonstrook eenvoudig

Het verhaal van de premie HOP op de werknemer maakt onderdeel uit van het premieplichtig loon, waarbij in het voordeel van de werknemer wordt gerekend.

De hoogte van de werknemerspremie is als volgt berekend:

-          ((3.000,00/100,1%) - 3.000,00) = -2,997 en moet worden afgekapt op 2,99.

De afdracht bedraagt:

-          ((3.000,00/100,1%) * 0,2%) = 5,994 afgerond 5,99 waarbij 2,99 wordt verhaald op de werknemer en 3,00 ten laste komt van de werkgever.

Het doel van dit rekenvoorbeeld is aantonen dat de premie HOP negatief loon vormt en daarmee valt onder brutoloon ofwel kolom 3 van de loonstaat, én dat de HOP premie vóór de inhouding van de pensioenpremie plaatsvindt.

De premie HOP wordt daarmee niet berekend over de eindwaarde van de kolom 8, maar over de rubrieken die leiden tot kolom 8, met in achtneming van enkele rekenregels. Waaronder de correctie voor bijtelling privégebruik auto en -door de voorgeschreven volgorde- de pensioenpremie.

Rekenvoorbeeld loonstrook incl auto

Het verhaal van de premie HOP op de werknemer maakt onderdeel uit van het premieplichtig loon, waarbij in het voordeel van de werknemer wordt gerekend.

De hoogte van de werknemerspremie is als volgt berekend:

-          ((3.000,00/100,1%) - 3.000,00) = -2,997 en moet worden afgekapt op 2,99.

De afdracht bedraagt

-          ((3.000,00/100,1%) * 0,2%) = 5,994 afgerond 5,99 waarbij 2,99 wordt verhaald op de werknemer en 3,00 ten laste komt van de werkgever.

Het doel van dit rekenvoorbeeld is aantonen dat de Premie HOP negatief loon vormt en daarmee valt onder brutoloon ofwel kolom 3 van de loonstaat, én dat de HOP premie vóór de inhouding van de pensioenpremie plaatsvindt.

De Premie HOP wordt daarmee niet berekend over de eindwaarde van de kolom 8, maar over de rubrieken die leiden tot kolom 8, met in achtneming van enkele rekenregels. Waaronder de correctie voor bijtelling privégebruik auto en -door de voorgeschreven volgorde- de pensioenpremie.

Rekenvoorbeeld loonstrook incl. bijtelling maaltijd

Het verhaal van de premie HOP op de werknemer maakt onderdeel uit van het premieplichtig loon, waarbij in het voordeel van de werknemer wordt gerekend.

De hoogte van de werknemerspremie is als volgt berekend:

-          ((3.100,00/100,1%) - 3.100,00) = -3,0969 en moet worden afgekapt op 3,09.

De afdracht bedraagt:

-          ((3.100,00/100,1%) * 0,2%) = 6,193 afgerond 6,19 waarbij 3,09 wordt verhaald op de werknemer en 3,10 ten laste komt van de werkgever.

Het doel van dit rekenvoorbeeld is aantonen dat de Premie HOP negatief loon vormt en daarmee valt onder brutoloon ofwel kolom 3 van de loonstaat, én dat de HOP premie vóór de inhouding van de pensioenpremie plaatsvindt.

NB: de premie is hier geen € 2,99 maar € 3,09 omdat de bijtelling maaltijden onderdeel is van kolom 4 (loon niet in geld) en meetelt voor kolom 8, en niet -net zoals de bijtelling voor de auto- wordt uitgesloten van de grondslag.

De Premie HOP wordt daarmee niet berekend over de eindwaarde van de kolom 8, maar over de rubrieken die leiden tot kolom 8, met in achtneming van enkele rekenregels. Waaronder de correctie voor bijtelling privégebruik auto en -door de voorgeschreven volgorde- de pensioenpremie.

• BBL-leerlingen zijn werknemers, daarvoor moet wel premie worden afgedragen.
• BOL-leerlingen en stagiaires zijn geen werknemers, daarvoor hoeft geen premie te worden afgedragen.

Nee, medewerkers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt vallen niet onder de premieafdracht voor HOP.